Overzicht
In dit scherm kan de applicatiebeheerder de locatie aangeven of wijzigen waar de documenten worden opgeslagen op uw bedrijfsnetwerk. De map voor bedrijfsdocumenten moet ingesteld zijn voordat er bedrijfsdocumenten kunnen worden toegevoegd. Als de gebruiker een document wil toevoegen zonder deze instelling zal er een melding komen. Deze informeert de gebruiker over deze instelling en maakt het scherm onbruikbaar.
Als de gebruiker het scherm voor het eerst opent is de locatie voor de documenten leeg. Als de locatie al wel is gevuld kan de gebruiker deze wijzigen en opnieuw opslaan. Als de gebruiker de locatie van de documenten wijzigt worden de bestaande documenten naar de nieuwe map gekopieerd.
Het scherm bevat:
-
Map voor bedrijfsdocumenten: geeft de locatie aan waar alle documenten worden opgeslagen in het systeem. De "Systeemgebruiker" moet ingesteld zijn in Instellingen systeemgebruiker in de module Systeembeheer. Deze gebruiker moet in deze map bestanden kunnen aanmaken, lezen en verwijderen. 'Gewone' gebruikers met uitzondering van de applicatiebeheerder moeten geen toegang hebben tot deze map.
-
Map Tijdelijke documenten:
-
Autorisatieniveau: deze optie bepaalt of machtigingen per map of per document kunnen worden ingesteld. Machtigingen bepalen wie toegang heeft tot een object en wat ermee gedaan kan worden.
Standaard (aanbevolen) staat deze optie op Mapniveau. U kunt ook kiezen voor Documentniveau, wat inhoudt dat u per bedrijfsdocument kunt opgeven wie het mag lezen en wie het mag wijzigen.
Locatie selecteren voor de bedrijfsdocumenten:
-
Selecteer de functie in het menu.
-
Vul een geldige maplocatie in. Bijvoorbeeld: \\servernaam\mapnaam.
-
Selecteer Toepassen.
Knoppen
-
Akkoord: u slaat de instellingen op en verlaat de pagina.
-
Toepassen: hiermee worden de wijzigingen opgeslagen.
-
Annuleren: u verlaat de pagina, de instellingen worden niet opgeslagen.